Klant-specifieke aluminium profielen

Een heel ruim assortiment

Hardheidscoderingen aluminium

 

Basis behandeling/toestand


Tweede behandeling

Hardheid (alleen voor H-toestand)

F Fabricagetoestand

   

O Zachtgegloeid

   

H Koudvervormd

1. koudvervormd

Het band of plaat is alleen door koud vervormen op de juiste hardheid en sterkte gebracht. Na het koudvervormen heeft men dus geen gloeien of stabiliseren (verhitten bij lage temperatuur) toegepast.

2. Koudvervormd + partieel zachtgegloeid

Het band of plaat is na het koud vervormen door “gloeien”op de juiste hardheid en sterkte gebracht. Door het koudvervormen is het materiaal harder geworden dan gevraagd werd. Door dit materiaal te gloeien brengt men het terug op de juiste hardheid en sterkte. 

3. Koudvervormd + gestabiliseerd

Het band of plaat is na het koud vervormen “gestabiliseerd” om het de juiste hardheid en sterkte te geven. Door het koud vervormen is het materiaal harder dan gevraagd werd. Door het materiaal te verhitten bij een lage temperatuur wordt het op de juiste hardheid en sterkte gebracht. Deze aanduiding wordt alleen gebruikt bij legeringen die indien zij niet gestabiliseerd zijn, langzaam zachter worden bij kamertemperatuur.

Het tweede cijfer achter de H duidt de hardheid aan.

2 = 1/4 hard

4 = 1/2 hard

6 = 3/4 hard

8 = hard

9 = extra hard

T Warmte-behandeld

1. Partieel oplosgloeien + natuurlijk verouderd

2. Zachtgloeien (gietlegeringen)

3. Oplosgloeien + koudvervorming

4. Oplosgloeien + natuurlijk verouderd

5. Kunstmatig verouderd

6. Oplosgloeien + kunstmatig  verouderd

7. Oplosgloeien + stabiliseren

8. Oplosgloeien + koudvervormd +  kunstmatig verouderd

9.  Oplosgloeien + kunstmatig verouderd + koudvervormd

Een 2e cijfer achter T of een 3e achter H duidt op een speciaal extra behandeling.

W Oplosgebied 

 

Toestand definitie

Hardheid (alleen voor (H-toestand)

F

Zoals geproduceerd. Er zijn geen grenzen voor de mechanische eigenschappen gespecificeerd.

 

0

Zacht gegloeid - producten, die de vereiste eigenschappen voor de zachtgegloeide toestand verkrijgen na warmvervormen, mogen met O-toestand worden aangeduid.

 

01

Een warmtebehandeling ondergaan bij ongeveer dezelfde temperatuur gedurende dezelfde tijd als vereist voor oplosgloeien en vervolgens langzaam afkoelen tot kamertemperatuur (vroeger aangeduid met T41).

 

02

Warmtebehandeling tijdens mechanisch bewerking om de vervormbaarheid te verbeteren, zoals vereist bij superplastisch vervormen (SPF).

 

03

Gehomogeniseerd

 

H12

Verstevigd 

1/4 hard

H14

Verstevigd

1/2 hard

H16

Verstevigd

3/4 hard

H18

Verstevigd

4/4 volledig verstevigd

H19

Verstevigd

Extra hard

Hxx4

Geldt voor plaat of band met patroon of reliëf vervaardigd in de overeenkomstige Hxx-toestand. 

 

Hxx5

Verstevigd

Geldt voor gelaste buis

H111

Zacht gegloeid en in beperkte mate (minder dan H11) verstevigd tijdens verdere bewerkingen zoals strekken of richten. 

 

H112

In beperkte mate verstevigd bij een verhoogde temperatuur of door een beperkte hoeveelheid koudvervormen (grenswaarden voor de mechanische eigenschappen zijn gespecificeerd.

 

H116

Geldt voor aluminium-magnesium legeringen waarvan het magnesiumgehalte gelijk aan of groter is dan 4% en waarvan de grenswaarden voor de mechanische eigenschappen en de weerstand tegen afbladdercorrosie zijn gegeven. 

 

H22

Verstevigd gevolgd door op hardheid gegloeid

1/4 hard

H24

Verstevigd gevolgd door op hardheid gegloeid

1/2 hard

H26

Verstevigd gevolgd door op hardheid gegloeid

3/4 hard

H28

Verstevigd gevolgd door op hardheid gegloeid

4/4 hard (volledig verstevigd)

H32

Verstevigd en daarna gestabiliseerd

1/4 hard

H34

Verstevigd en daarna gestabiliseerd

1/2 hard

H36

Verstevigd en daarna gestabiliseerd

3/4 hard 

H38

Verstevigd en daarna gestabiliseerd

4/4 hard (volledig verstevigd)

H42

Verstevigd en daarna gelakt of geschilderd

1/4 hard

H44

Verstevigd en daarna gelakt of geschilderd

1/2 hard

H46

Verstevigd en daarna gelakt of geschilderd

3/4 hard

H48

Verstevigd en daarna gelakt of geschilderd

4/4 hard (volledig verstevigd)

W

Oplosgegloeid (onstabiele toestand). De periode van natuurlijke veroudering (W2h,...) kan ook worden gegeven.

 

W51

Oplosgegloeid (onstabiele toestand) en spanningsarm gemaakt door een gecontroleerde hoeveelheid strekken. De producten ondergaan na strekken geen verdere vlakbewerking. 

 

W510 

Oplosgegloeid (onstabiele toestand) en spanningsarm gemaakt door een gecontroleerde hoeveelheid strekken. De producten ondergaan na trekken geen verdere vlakbewerking. (gebruikt voor getrokken buis). 

 

W511 

Dezelfde omschrijving als W510 met de uitzondering dat een licht vlakbewerking na strekken is toegelaten om te voldoen aan genormaliseerde toleranties. 

 

W52

Oplosgegloeid (onstabiele toestand) en spanningsarm gemaakt door stuiken met een blijvende vervorming van 1% tot 5%. 

 

W54

Oplostgegloeid (onstabiele toestand) en spanningsarm gemaakt door koud nadrukken (stuiken) in de laatste matrijs (matrijssmeedwerk). 

 

T1

Afgeschrikt na warmvervormen en natuurlijk verouderd.

 

T2

Afgeschrikt na warmvervormen, verstevigd en natuurlijk verouderd.

 

T3

Oplosgegloeid, verstevigd en natuurlijk verouderd. 

 

T31

Oplosgegloeid, tot ongeveer 1% verstevigd en natuurlijk verouderd.

 

T351

Oplosgegloeid, spanningsarm gemaakt door een gecontroleerde hoeveelheid strekken. De producten ondergaan strekken geen verdere lakbewerking.

 

T3510

Oplosgegloeid, spanningsarm gemaakt door een gecontroleerde hoeveelheid strekken. De producten ondergaanna strekken geen verdere vlakbewerking. (ook gebruikt voor getrokken buis).

 

T3511

Dezelfde omschrijving als T3510 met de uitzondering dat een licht vlakbewerking na strekken is toegelaten om te voldoen aan genormaliseerde toleranties.

 

T354

Oplostgegloeid, spanningsarm gemaakt door koud nadrukken (stuiken) in de laatste matrijs (matrijssmeedwerk).

 

T36

Oplosgegloeid, tot ongeveer 6% verstevigd en natuurlijk verouderd.

 

T37

Oplosgegloeid, tot ongeveer 7% verstevigd en natuurlijk verouderd.

 

T39

Oplosgegloeid en in de juiste mate verstevigd om de gespecificeerde mechanische eigenschappen te bereiken. De versteviging kan voor of na de natuurlijke veroudering worden uitgevoerd.

 

T4

Oplosgegloeid en natuurlijk verouderd.

 

T42

Oplosgegloeid en natuurlijk verouderd. Wordt toegepast bij beproevingsmateriaal dat is warmte behandeld vanuit de zachtgegloeide toestand of vanuit de F-toestand of bij producten die een warmtebehandeling hebben ondergaan vanuit elke hardheidstoestand bij de gebruiker.

 

T451

Oplosgegloeid, spanningsarm gemaakt door een gecontroleerde hoeveelheid strekken. De producten ondergaan na strekken geen verdere vlakbewerking.

 
 
Zoekt u een specialist?